ABOUT
Geschiedenis van de Ferme de Balingue
Het eerste ontwerp van de 'Ferme de Balingue', vroeger de 'Ferme du Bois d’Enghien' genoemd (de Hoeve van het Bos van Edingen), dateert van 1230.
In de 16e eeuw was het woongedeelte van deze vierkantshoeve, omringd door grachten en wallen, het huis van de landheer (van de heerlijkheid). Rond het centrale gebouw werden in 1719 nog stallen, bijgebouwen en een schuur opgetrokken. Later deed het geheel dienst als stoeterij en manege.
De huidige eigenaars die het landgoed zo'n 20 jaar geleden kochten, waren op slag verliefd op deze oude hoeve. De verbouwingswerken namen een aantal jaren in beslag, maar het resultaat mag er zijn. De gebouwen werden gerestaureerd en gerenoveerd met kwaliteitsvolle en nobele materialen die het authentieke karakter van de site volledig intact laten.
Een rondbogige poortconstructie vormt de toegang tot het binnenplein. Wanneer u de kleine trap beklimt, geniet u boven van een schitterend panoramisch uitzicht over de omgeving.
Oorspronkelijk was deze heerlijkheid een 'allodium' of eigengoed, waarboven (volgens oude wetteksten) alleen nog God en de Zon stonden.
De 'Ferme de Balingue' werd gebouwd door een zekere Baldo.
Het achtervoegsel 'ing' of 'ghien' (in Balingue of Baulenghien) laat een Saksische oorsprong vermoeden (inga) en betekent zoveel als: huis van, clan/afstammelingen van.
De 'ald' in Baldo evolueert in de 'langue d'oïl' (Gallo-Romaanse taalvariëteit) naar 'au'. Het Romaanse 'Baulenghien' verandert in de loopt der tijd in 'Balingue' wat dus 'het huis van/de clan van Baldo' betekent.
In 1258 was de heerlijkheid eigendom van Colard de Baulenghien. In een charter van Cambron uit 1268 is er sprake van een zekere Colard die in Baulenghien woont en een bos bezit in de buurt van het bos van Edingen.
Honderd jaar later werd het landgoed vermeld als leengoed nr. 2 en 3 van de Heerlijkheid van Edingen. Leengoed nr. 3 was bevoegd als 'hooggerecht' en bezat de heerlijke rechten over een dertigtal hectaren, gelegen tussen Wippelberg (het huidige Bois de l'Ecluse) en de hoeve 'Ferme de Tierne'.
In juni 1298 werden vier bunders bos eigengoed (een bunder is een oude eenheid van grondoppervlakte, gebruikt in België, en in Henegouwen gelijk aan 12,40 hectare) overgedragen aan de abdij van Cambron, door Gilles of Égide de Hoves (Egidius van Hove). De akte werd getekend op het kerkhof voor het allodiale leenhof, in aanwezigheid van Pierre de Baulenghien (opvolger van Colard), van Jehan de Wainbiert en Claus-Christian de Fordes, allemaal 'eigenerfden' en 'vrije mannen' van Hove (in het feodale stelsel waren 'eigenerfden' vrije boeren en 'vrije mannen' edelmannen of burgers met een leengoed, vrij van plichten). Jehan, priester en parochiaan van Hove is getuige.
Henri des Abliaux werd eigenaar van het goed in 1365 en liet het over aan zijn zoon Jehan. In 1489 werd de Heerlijkheid eigendom van Jehan de Ligne en zijn nakomelingen, die het in bezit hielden tot François de Spiennes het verwerft in 1551. Zijn erfgenamen blijven eigenaar tot in 1685.
De Heerlijkheid werd vervolgens overgelaten aan François de la Barre. Zijn blazoen is nog te zien boven de poort van de 'jardin de curé' (pastoorstuin).
Op 5 januari 1702 kent de hertogin van Arenberg, Marie-Henriette, het hooggerecht toe aan het grote leengoed van Balingue (het leengoed nr. 3 bezat dit recht reeds). Er werd overigens een schandpaal geplaatst op de hoek van de Kwadestraat met de rue de Balingue.
In het begin van de 18e eeuw liet een landheer een privékapel inrichten, waar op zondag de mis werd gelezen. In 1749 bezocht de toenmalige pastoor van Hove, Jean De Smet de kapel en achtte ze 'in orde'. De kapel heeft niet lang bestaan, aangezien in 1775 de pastoor van Mark, N. Walraevens, ze niet meer vermelde in het verslag dat hij overhandigde aan de bisschop van Cambrai.
In 1840 werd het hoevecomplex verkocht aan J.B Begens. In 1891 behoorde het goed toe aan de weduwe Demaret-Goblet, rentenierster in Châtelet. Zij overleed in 1968, zonder erfgenamen, en liet al haar eigendommen na aan liefdadigheidswerken.
Balingue werd verkocht aan het bedrijf 'Consortium de parking' dat het landgoed in juni 1973 doorverkocht aan de heer Urban. Deze laatste verkocht Balingue dan in 1992 aan de huidige eigenaar.
De oude schuur dateert uit 1719 (zoals zichtbaar op het gebouw), wat erop wijst dat het oorspronkelijke vakwerkkasteel volledig werd vervangen door het huidige kasteel, gebouwd in het begin van de 18e eeuw.
Tekst op basis van het uittreksel “Les fermes remarquables dans l’entité de Silly” ('Opmerkelijke hoeves in Opzullik') van Bernard Langhendries (Hove), Commission Patrimoine du Syndicat d’Iniative de Silly.
Follow us on Instagram @fermedebalingue